Vandaag de dag zijn de grote verschillen in visie meer en meer zichtbaar. Of het nu gaat om de politiek, de coronacrisis of het oplossen van de vele andere crisissen die momenteel op ons afkomen. We komen er niet over in gesprek, want we luisteren niet naar elkaar. We proberen de ander te overtuigen of ons eigen gelijk zelfs af te dwingen. Dat er zoveel problemen zijn past bij de verandering van tijdperk waar ik eerder al over schreef.
Ons ego is echter geneigd om verandering tegen te houden. Ons ingebakken alarmsysteem gaat namelijk niet alleen af bij echt gevaar, maar ook bij alles wat anders is dan je gewend bent. Dat maakt dat we niet alleen vechten tegen onze emoties en innerlijke transformaties, maar ook vechten voor het behoud van het oude en bekende om ons heen. Paradoxaal genoeg lijden we juist meer van vasthouden en weghouden dan van loslaten en het aangaan.
Verandering is echter de enige constante in de geschiedenis. Systemen bouwen zich op, hollen van binnenuit, breken plotseling af, vallen in puin en vormen zich tot nieuwe systemen. Alles is altijd gereed om iets heel anders te worden dan in de lijn der verwachting ligt.
“Wees realistisch, denk het onmogelijke” schreef de Duitse filosoof Ernst Bloch begin negentiende eeuw. Tegenover het Freudiaanse begrip van ‘het onbewuste’ plaatste Bloch het begrip van ‘het bewustzijn van het nog-niet’. Dit bewustzijn vormt volgens hem de basis van het menselijk verlangen naar hoop en toekomst. Een utopisch vergezicht is een voorwaarde om in beweging te komen c.q. jezelf te ontwikkelen.
De filosofe Joke Hermsen vertaalt deze filosofische theorie naar deze tijd, naar de Coronacrisis waar we inzitten. Ik citeer: “We moeten ons voorbereiden op de periode na de crisis. Hoe kunnen we het beter doen? Hoe kunnen we onze wereld duurzamer en socialer inrichten? We moeten ons er goed van bewust zijn dat het dubbeltje de verkeerde kant op kan vallen, waardoor we straks weer terugschieten in oude, neoliberale patronen van consumeren en rendementsdenken. Het is tijd om het onmogelijke te denken”.
Laten we eerst nog dieper de geschiedenis induiken, deze zelfs herschrijven zodat er een nieuw licht op onze toekomst ontstaat en we vandaaruit tot een utopisch vergezicht kunnen komen. Het grootste deel van de ongeveer 300.000 jaar dat wij, Homo Sapiens bestaan, hebben we de planeet gedeeld met minstens vier andere menssoorten. Deze soorten waren allemaal slim, sterk en innovatief, maar ongeveer 50.000 jaar geleden maakte Homo Sapiens een cognitieve sprong die ons een voorsprong op de andere soorten gaf. Sinds Charles Darwin schreef over de ‘evolutionaire fitness’ is het idee van fitness opgepakt als fysieke kracht, tactische genialiteit en agressie. Maar wat ons in feite evolutionair geschikt maakte was een opmerkelijke soort vriendelijkheid. In 2020 kwam de antropoloog Brian Hare met deze nieuwe theorie: ‘Survival of the Friendliest’.
Alle culturele en technische wonderen die we in onze menselijke geschiedenis konden bereiken zijn volgens hem mogelijk geworden door een opmerkelijke soort vriendelijkheid, een geweldig vermogen om te coördineren en te communiceren met anderen. Deze vriendelijkheid heeft echter een keerzijde: we zijn het gevaarlijkst wanneer iemand van wie we houden wordt bedreigd door een ‘buitenstaander’. Met andere woorden dezelfde eigenschappen die ons het meest tolerante soort op aarde maken, maken ons ook de wreedste. Deze visie van ‘de survival of the friendliest’ biedt niet alleen een nieuwe manier om naar onze culturele en cognitieve evolutie te kijken, maar geeft tevens een duidelijke boodschap af: om te overleven en zelfs te floreren, is het van groot belang om onze definitie van ‘wie erbij hoort’, uit te breiden.
Julianne Holt-Lunstad, een professor in de psychologie, heeft eveneens aangetoond dat sociale relaties cruciaal zijn om te overleven. We leven langer als we sterke en gezonde relaties hebben. Volgens haar is eenzaamheid, m.i. een ‘stille crisis van deze tijd’, vergelijkbaar met honger of dorst. Het onaangename gevoel van eenzaamheid werkt motiverend om sociale connecties te zoeken, net als honger motiveert om voedsel te zoeken. Dit aangeboren aspect van de mensheid is niet alleen belangrijk voor persoonlijke en evolutionaire overleving, maar ook om van onze wereld een betere plek te maken terwijl we hier zijn.
En daar hebben we allemaal ons steentje aan bij te dragen, ieder op eigen wijze. Er zijn echter grote verschillen in hoe we leven en hoe we tegen de samenleving aankijken. Dat hoeft op zich niet erg te zijn. Dat wordt pas een probleem als we elkaar niet erkennen, elkaar niet zien als mens met diep vanbinnen dezelfde basisbehoeften. Door elkaar ruimte te gunnen en te respecteren kun je pas zien dat we mèt elkaar verantwoordelijk zijn voor dezelfde samenleving en aarde. Op die manier zijn we verbonden.
Brené Brown, onderzoekshoogleraar, kwam na vele jaren van onderzoek tot de volgende definitie van verbinding:
Verbinding is de energie die bestaat tussen mensen wanneer zij zich gezien, gehoord en gewaardeerd voelen, kunnen geven en ontvangen zonder oordeel en steun en kracht ontlenen aan de relatie.
In deze definitie zitten drie elementen. Om te beginnen ontstaat verbinding alleen als je voelt dat je er écht mag zijn. Als je gezien wordt als mens en niet als functie, of als hulpmiddel of als weerstand. Dat je er mag zijn mét alles wat mooi of fijn is én alles wat minder mooi, lastig of vervelend is. Bovendien gaat verbinding ook over wederkerigheid. Elkaar ondersteunen en helpen. Dat kan gaan over praktische hulp, maar net zo goed over mentale support. Essentieel daarbij is dat er geen oordeel is bij wat je geeft of ontvangt. Dus geen oordelen over de ander maar ook niet over jezelf. Tot slot brengt verbinding in een relatie je energie of inspiratie. Soms ziet dat er heel concreet en praktisch uit, maar vaak is dit niet zo tastbaar, je voelt je ‘opgeladen’.
Hoe komen we nu op grond van bovenstaande inzichten tot een utopisch vergezicht? Door eerst naar binnen te keren. Een mooiere wereld begint namelijk bij jezelf. Je kan kiezen waar je je focus op legt: op vechten tegen verandering of bouwen aan een nieuwe, harmonieuze toekomst. Psychiater Dirk de Wachter zegt dat we een focusshift te maken hebben: in plaats van geluk najagen, wat we inmiddels op grote schaal doen, dienen we ons te gaan richten op zingeving en verbinding. Beiden leiden tot gevoelens van geluk.
Denken dat anderen je daarbij in de weg staan omdat ze ‘anders denken of in het leven staan’ geeft aan dat jij daar iets van vindt, een oordeel over hebt. De last die je daardoor ervaart, komt doordat zij een onderliggend, vaak verdrongen stuk bij jezelf aanraken. Dat heeft dus niks met die ander te maken, maar is van jou. Het is ontstaan door eerdere ervaringen in je leven. En het is aan jou om daarnaar te kijken, te herkennen wat de werkelijke oorzaak van je angsten en andere gevoelens is en deze vervolgens te helen in jezelf.
Eveneens essentieel is om te beseffen dat ieder mens alleen voor zichzelf kan weten, voelen, ervaren, wat de juiste keuzes zijn in zijn of haar leven. Natuurlijk ben je daarbij ook een onderdeel van het geheel en daar houd je, waar mogelijk, rekening mee. Dat gaat vanzelf als je vanuit liefde kiest en leeft. Het betekent overigens niet dat je precies hoeft te doen wat een ander wil. Respecteer ieder, ook jezelf, in ieders hartskeuzes. Neem waar wat deze keuzes in jou teweegbrengen en ga zo nodig met jezelf aan de slag als je hier moeite mee hebt.
Natuur streeft naar evenwicht. Polariteiten, twee uiterste van een continuüm en dus verbonden met elkaar, zijn functioneel als ze in harmonie met elkaar zijn. Als we naar ons mensen kijken: we hebben allemaal een mannelijke en een vrouwelijke kant in onszelf. Mannen, oftewel mannelijke energieën zijn lang bepalend geweest in onze cultuur. Door de energieverschuivingen krijgen de vrouwelijke energieën meer en meer ruimte, ook binnen de mannen. Met de vrouwelijke kracht zijn we in staat om te helen. De mannelijke energie stelt ons in staat om achter je te laten wat je niet langer dient. Een compassievol hart heeft een zachtheid die de hardheid doet smelten, terwijl een passievol vuur door de oude pijn heen brandt. Zo zijn de polariteiten verbonden tot één geheel.
Terug naar het utopisch vergezicht dat nodig is om in beweging te komen. Wij mensen zijn ‘wezens in wording’ en pas als we ons ontwikkelen, zijn we menselijk. Joke Hermsen haalt daarom naast Ernst Bloch, ook filosofe Hannah Arendt aan. Zij noemt dat ‘geboortelijk zijn’: mensen kunnen dankzij hun cognitieve, talige en creatieve vermogens steeds opnieuw geboren worden, steeds als ze een nieuwe weg ¬inslaan of een nieuw initiatief ontwikkelen. De mens kan zijn eigen handelen tegen het licht houden: is dit nu de wereld waar we trots op zijn, is mijn handelen goed geweest? Vanuit die dialoog kun je verandering nastreven. Laat je daarbij voeden met diverse inzichten en ervaringen om zo te komen tot vergezichten die in ieders belang zijn, het belang van de mensheid, de aarde en het heelal.